woensdag 15 juli 2015

On invading personal space in Cambridge

Dinsdagavond trokken we naar het centrum van Cambridge voor een rondleiding. De gids was een parmantig dametje op leeftijd met een korte coupe en felgekleurde nagels. Haar bril gleed om de vier zinnen van haar neus om er vervolgens terug opgeschoven te worden met een zwierige handbeweging. 
De dag ervoor leerden we over Britse identiteit. Iets wat me bijbleef, was het sterk aanwezig zijn van opgekropte woede. De Eilanders zijn erg gesteld zijn op hun persoonlijke ruimte. Wanneer deze wordt geïnfiltreerd, volgt er irritatie. De irritatie wordt niet uitgesproken. Er wordt uitgebreid geëxcuseerd, zowel door de indringer als het slachtoffer. Naast spijt worden er geen andere emoties getoond. Confrontatie wordt uit de weg gegaan. Nadien wordt er op passief-agressieve-wijze wel blijk gegeven van irritatie. Ze zuchten. Ze werpen kwade blikken. Ze tutten hardop. 
Terwijl we voor de King's College stonden en een verhaal te horen kregen over de grappen die studenten uithalen tijdens het schooljaar, kwam er een jonge knaap naast ons staan. Bleek dat hij ook een gids was. Zijn groep was wel drie keer zo groot als die van ons. Zijn stemvolume was drie keer zo luid als die van de parmantige dame. Onze gids bleef rustig. Ze vroeg of hij lang zou blijven en of hij wilde opschuiven. Toen hij niet keek, rolde ze met haar ogen en begon ze te zuchten. Er volgden heel wat rake opmerkingen over de jonge gids (die zijn oren niet bereikten, de onze des te meer). Toen hij klaar was met zijn uitleg en met zijn groep elders heen trok, begon onze gids luid in haar handen te klappen. Hard genoeg zodat de andere groep het nog kon horen. Stil genoeg om de andere gids niet te laten terugkeren. Dat had ik  niet zien aankomen. Ik vond het vreemd. Ik vond het grappig. Ik zou het zelf nooit doen. De bescheiden Belg raak je niet zomaar kwijt. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten